Ooit op Discovery Channel eens een school haaien zien vechten om een stuk vis? Hoe dat door elkaar flitst en duikt, versnelt, draait en toehapt? Vervang de haaien door snorkelaars en het stuk vis door een loden puck en je hebt onderwaterhockey.

(Filmpje met dank aan onze collegae van Orca Bilzen)

Snelheid, techniek en een lange adem. Daar draait het om bij onderwaterhockey. Deze zeer intensieve sport wordt gespeeld op de bodem van een zwembad door twee teams van tien personen. Iedere speler is uitgerust met een snorkeluitrusting. Deze bestaat uit een duikbril, zwemvliezen, stick, handschoen, cap en een speciale brede snorkel. Perslucht is er niet bij. De onderwaterhockeyers gebruiken de korte stick om een anderhalve kilo zware puck over de bodem van het zwembad te schieten. De bedoeling is om tijdig te duiken en de puck langs de verdediging en in het doel van de tegenpartij te spelen.

Onderwaterhockey is driedimensionaal. Tegenstanders komen niet alleen van voren of achteren, maar ook van boven. En de timing van de ademhaling is belangrijk. Anders zul je zien dat je net voor een open doel ligt – moet je naar boven om lucht te happen. Dat alles geeft deze snel groeiende sport een unieke, extra dimensie boven andere wedstrijdsporten.

Veel van de 260 verenigingen die bij de NOB zijn aangesloten, spelen onderwaterhockey recreatief of als alternatieve conditietraining. De sport is in 1954 ook bedacht (door de Britse duiker Alan Black) om de saaie duiksessies in de winter op te vrolijken met een spelletje in het binnenbad. Hij noemde zijn spel Octopush, later werd dat onderwaterhockey. Inmiddels is er een levendige nationale competitie. De Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) zendt bovendien nationale teams uit naar de Europese- en Wereldkampioenschappen die iedere twee jaar worden gehouden.

Daar hebben we laten zien dat we in staat zijn op internationaal topniveau een prominente plek vast te houden. Zo werd de Nationale Selectie, het dames- èn herenteam, meervoudig Europees kampioen en werden de dames Wereldkampioen in Nieuw-Zeeland in 2004. De EK 2001 was een hoogtepunt met drie gouden medailles; voor de heren, dames en jeugd teams.

Het is een prachtsport, het heeft heel veel in zich wat het aantrekkelijk maakt om te spelen. Het is plezierig om snel te zwemmen met de vinnen. Een goede techniek en ook tactiek is nodig om ook het team goed te laten spelen. Wanneer en waar gaat een speler naar beneden om de aanval of verdediging van een teamgenoot over te nemen? Heeft de speler net genoeg lucht gehapt om dat doelpunt te scoren?